De samenleving verandert in rap tempo. Ouderen worden ouder, blijven langer zelfstandig én hechten steeds meer waarde aan eigen regie. Tegelijkertijd zien we een groeiende druk op de zorgsector: het aantal beschikbare zorgprofessionals daalt, terwijl de kosten blijven stijgen. Dat vraagt niet om kleine aanpassingen, maar om fundamentele keuzes. Niet over een paar jaar, maar vandaag.
Op 3 juni verscheen het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg – Samen voor kwaliteit van bestaan. Geen technisch beleidsstuk, maar een heldere koers met een centrale ambitie: zorgen dat ouderen, óók wanneer ze kwetsbaarder worden, hun leven op hun eigen manier kunnen blijven vormgeven.
De focus verschuift van ‘meer zorg’ naar ‘betere zorg’. Niet langer een vast zorgpakket, maar ondersteuning die aansluit bij wie iemand is, wat iemand belangrijk vindt en wat er nog mogelijk is.
“Wat we in cliëntervaringsonderzoeken keer op keer terugzien, is dat ouderen zich geen zorgconsument voelen, maar bovenal mens willen blijven,” zegt Nienke van Stralen, consultant ouderenzorg bij Customeyes. “Ze willen regie, herkenning en betrokkenheid – geen standaardaanpak.”
Het akkoord breekt met het denken in termen van zorgvragen of indicaties. In plaats daarvan begint het bij de vraag: wat wil deze persoon zelf? Wat kan iemand nog zelf doen, met steun van naasten en wanneer is professionele zorg echt noodzakelijk?
“We zien dat zorgprofessionals vaak werken binnen een complex systeem vol regels, maar dat ouderen vooral behoefte hebben aan eenvoudige, menselijke aandacht,” aldus Nienke. “Juist dáár zit de sleutel tot betere zorg.”
In 2028 gaat het zorglandschap er anders uitzien. Het akkoord luidt een toekomst in waarin preventie, eigen regie, technologische ondersteuning en samenwerking veel centraler staan.
De wetten Wlz, Wmo en Zvw worden beter op elkaar afgestemd, zodat mensen niet langer verdwalen tussen loketten, formulieren en onduidelijke verantwoordelijkheden. En met een staatscommissie die het hele zorgstelsel tegen het licht houdt, wordt ook nagedacht over fundamentele aanpassingen voor de lange termijn.
“Cliënten geven in onze onderzoeken vaak aan dat ze niet begrijpen waarom iets niet geregeld kan worden, terwijl het logisch voelt. Dat komt voort uit de hokjes in ons zorgsysteem,” vertelt Nienke. “Deze integrale blik is dus hard nodig.”
Zorg wordt dus niet alleen anders georganiseerd, maar ook anders gedacht: meer vertrouwen in mensen, minder controle. Meer aandacht voor iemands leven, minder voor protocollen.
Tussen nu en 2028 ligt een duidelijke opdracht: het is geen tijd om achterover te leunen, maar om stappen te zetten die direct verschil maken. Het akkoord bevat concrete acties, geen abstracte beloften:
Dit akkoord is geen slotstuk, maar het startpunt van een nieuwe manier van kijken naar ouderenzorg. Het vraagt iets van iedereen – van beleidsmakers, zorgorganisaties en mantelzorgers tot ouderen zelf. Dus:
“Zorg hoort niet alleen te gaan over wat er níet meer kan, maar juist over wat er wél nog mogelijk is,” besluit Nienke. “Goede ouderenzorg helpt mensen om hun leven te blijven leven – zoals zij dat zelf willen.”